Als kijken naar oud geluk pijn doet
“Omdat mama maar heel weinig foto’s heeft van vroeger”, hoor ik haar tegen haar dochtertje van vijf zeggen. De kleine meid schijnt tevreden te zijn met het antwoord en wipt van haar moeders schoot af om haar teddybeer de fles te gaan geven.
Ze staart naar het moodboard wat ik voor haar woning heb gemaakt. Er prijkt een afbeelding op die blijkbaar wat met haar doet. Ze wordt er stil van en ik zie aan haar dat ze even in een andere wereld is. Ik laat haar… Na enkele seconden vang ik haar blik en kijk haar begripvol aan. “Gaat het met je?”. Ze knikt. “Sorry… die fotowand is prachtig op deze afbeelding. Maar ik zie het hier in huis niet zo snel terugkomen.” Haar opmerking verbaast me niks. In haar woning prijkt momenteel geen enkele foto aan de wand, geen persoonlijke bezittingen in een kast, geen kleur, geen warmte. Haar woning is nu leeg en koud. Een exacte weerspiegeling van haar innerlijke wereld.
Twee jaar geleden is haar man plotseling overleden bij een auto ongeluk en ze bleef achter met drie jonge kids. Ze woont nog steeds in het huis waar ze al die jaren samen als gezin hebben geleefd. Als reactie op het verlies heeft ze al zijn spullen opgeruimd en alle foto’s ver weg in een doos gestopt. Want kijken naar het oude geluk doet haar teveel pijn…
Dat is wat foto’s doen
Er is geen periode geweest waarin ze zo hysterisch veel foto’s schoot als in de eerste levensjaren van haar kinderen. Kids bij papa op schoot, kids bij papa op de schouders, papa en kids samen in het zwembad, papa zandkastelen bouwen met de kids,… De ontwikkelingen van de kinderen, de kleine geluksmomentjes van het gezin, de verjaardagen,… Het gaat allemaal zo verbijsterend snel dat ze alles zou vastleggen. Want vastleggen is precies wat ze wil: het moment laten stollen in de tijd, het als een pakketje invriezen om op elk moment weer vers uit de diepvries te kunnen halen om opnieuw te beleven.
Oud geluk
Als gezinsfoto’s worden gemaakt denk je dat je daar later hoogstens met een weemoedig lachje naar zult kijken. Maar bij een afscheid kan oud geluk een marteling worden. De beelden jagen je een kille diepte van verlies in. Het is alsof die momenten bedorven zijn als je ze uit de diepvries haalt. Er valt niet meer van te genieten.
Ik merk dat ik haar hand vasthoud terwijl de tranen over haar wangen stromen. Ik voel haar pijn. Zo zitten we een tijdje. Stil, zonder woorden. Want voor dit verlies en deze pijn zijn geen woorden. Dan kan je alleen nog maar voelen en zijn…
Ze kijkt haar kleine meid aan, vermant zichzelf en gaat bij haar op de bank zitten. “Hier mama, geef jij hem maar de fles. Jij mag wel mama zijn, dan ben ik papa”. Ze knikt en vertelt haar dochtertje dat ze op een dag, bijna zes jaar geleden, ook zo samen op een bankje zat met papa. Gezellig naast elkaar met een kleine baby op schoot, samen de fles gevend. Ze zegt dat die dag, de dag dat haar dochtertje geboren werd, één van de gelukkigste dagen was uit haar leven. En ook uit die van papa. Terwijl ze het zegt, kijkt ze me met vochtige ogen maar met een dankbare glimlach aan. Het lijkt alsof er iets aan haar is veranderd. Alsof er een bepaald inzicht uit haar ogen straalt.
Enkele dagen later belt ze me op…
Na ons gesprek was ze tot een bepaald inzicht gekomen. Ze wou alles wat zich aan haar man en haar vroegere geluk deed denken zoveel mogelijk wegstoppen zodat ze de pijn niet zou voelen. Ons gesprek over het belang van persoonlijke bezittingen, herinneringen en foto’s in het interieur had heel wat in haar losgemaakt. En met name de stilte die daarop volgde gaf haar heel wat belangrijke antwoorden. Het gaf haar begrip en bewustzijn. Ze begreep iets, iets wat ze nooit eerder op die manier had bekeken…
Dankbaar
“Ik voelde me ineens zo schuldig naar hem toe. Niet alleen omdat ik hem uit mijn leven bande en uit die van de kids, maar ook omdat ik het verdomde geluk heb dat ik hier nog op aarde mag zijn en mág leven! Dat ik nog nieuwe herinneringen kán maken met onze kids… Ik wil je wat laten zien. Heb je tijd om even binnen te wippen?”.
Met een stralende glimlach en een kwebbelende kleuter op haar arm opent ze de deur en gebaart me binnen te komen. Ik hoef niet ver te lopen. Ik zie het gelijk en het omarmt me als een warme deken. Het hele trapgat is bekleed met een joekel van een IXXI. Tientallen foto’s lachen me toe.
Ik ben er stil van. Nu ben ik diegene bij wie de tranen in de ogen prikken. Want kijken naar oud geluk kan ook nieuw geluk creëren.